Aan de kop zeuren.
En wanneer jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jullie bidden, trek je dan in je huis terug, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voort prevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden.
Doe hen niet na! Jullie Vader weet immers wat jullie nodig hebben, nog vóór jullie het hem vragen.
Bid daarom als volgt: Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel.
laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was.
En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad.
Want als jullie anderen hun misstappen vergeven, zal jullie hemelse
Vader ook jullie vergeven.
Maar als je anderen niet vergeeft, zal jullie Vader jullie je misstappen evenmin vergeven.
Een voorbeeld of een gedachtegang een mindset dan wel een meditatie dit is meer bedoeld voor onze gemoedsrust dan een vraag aan de Aanwezige die weet immers al wat wij nodig hebben.
Wij moeten de Aanwezige niet aan het hoofd zeuren met onze pietluttige wensen maar als we zoeken naar steun, bemoediging en troost kunnen wij ons in stilte tot de Aanwezige wenden.
En als we bidden mediteren noemen kunnen wij misschien ook de rust vinden en onze gedachten orderen in onze gedachten en de woorden van Jezus gedenken komt tot mij allen die vermoeid en belast zijn .
Reisgebed (Gerard Reve)
O God.
Ik sta op het punt, op reis te gaan.
Ik weet niet, of het misschien mijn laatste reis is.
Ik wil U liefhebben.
Ik hoop, dat ik onderweg niemand enig ongeluk of
ander kwaad zal berokkenen.
Ik wil proberen niet, of veel minder, te drinken.
Ik sta voor U.
Ik weet dat ik, of ik veilig zal aankomen,
dan wel onderweg verwonding, ziekte of dood zal vinden,
altijd U toebehoor.
Want in leven en sterven zijt Gij in mij en ben ik in U.
Ik ga nu weg.
Vaarwel, o God.
Ik sta op het punt, op reis te gaan.
Ik weet niet, of het misschien mijn laatste reis is.
Ik wil U liefhebben.
Ik hoop, dat ik onderweg niemand enig ongeluk of
ander kwaad zal berokkenen.
Ik wil proberen niet, of veel minder, te drinken.
Ik sta voor U.
Ik weet dat ik, of ik veilig zal aankomen,
dan wel onderweg verwonding, ziekte of dood zal vinden,
altijd U toebehoor.
Want in leven en sterven zijt Gij in mij en ben ik in U.
Ik ga nu weg.
Vaarwel, o God.

Henri de Greeve houdt zijn radiotoespraak in de studio van de KRO, voor de microfoon. 12 februari 1946, Hilversum
Deze Patproeve van een kerkelijk reisgebed stuurde Gerard Reve aan de redactie van De Nieuwe Linie, in de persoon van pater H. de Greeve (1892 – 1974). Aanleiding was dat De Greeve bij zijn overdenking van 28 Augustus 1965 had opgemerkt, dat slechts weinigen het itinerarium kennen, een vóór en tijdens de reis te bidden gebed. In de Rooms-Katholieke Kerk is itinerarium de naam voor het liturgisch reisgebed, bestaande uit de lofzang van Zacharias (Luc.I: 68-79) en verschillende andere gebeden.
In het reisgebed van De Greeve komen de citaten voor: ‘verleen ons een voorspoedige reis en kalm weder, opdat wij, door uw heilige engel vergezeld, behouden het doel onzer reis mogen bereiken en eindelijk ook de haven van het eeuwige leven mogen binnengaan. […] Wij smeken u, Heer, verhoor onze gebeden, en maak de weg van uw dienaren veilig en voorspoedig, opdat wij bij al de wisselvalligheden van dit leven, altijd door uw hulp beschermd worden.’
In zijn brief aan De Greeve schreef Reve hem: “Waarde Vader, Ik ben nog nooit een gebed tegengekomen dat mij niet, wegens zijn hebberige toon, met weerzin vervulde. Die weerzin geldt ook uw reisgebed, afgedrukt bij uw meditatie van 28 Augustus. Wie op reis gaat, bestede zijn tijd liever aan bijvoorbeeld het laten controleren van remmen en richtingaanwijzers, dan aan dit infantiel gedoe.”
“Ik zou eigenlijk wel eens een gebed onder ogen willen krijgen, dat God zoekt, in plaats van Hem, om van alles en nog wat, aan Zijn kop te zeuren. Uw gebed heeft, volgens mij, met geloof niets te maken, want waarachtig geloof is belangeloos en vraagt niets, en smeekt zeker geen onheil af over anderen: want het kan niet overal tegelijk mooi weer zijn, en we weten evenzeer dat elke dag, onherroepelijk, een aantal ongelukken gaat brengen. Welnu: als men voor zichzelf goed weer of een veilige tocht afsmeekt, verzoekt men God dus, de naaste met tent en al te laten wegregenen, respectievelijk zich te pletter te laten rijden, want iets in de trant van ‘indien het Uw wil is dat iemand op de weg omkomt, laat mij dat dan zijn’ kom ik in uw gebed niet tegen. Een reisgebed, dat God en mens althans waardig genoemd zou kunnen worden, zou ongeveer als volgt moeten luiden: [ zie hierboven ].”
Met de meeste hoogachting ben ik, uw Gerard Reve.
Greonterp, Friesland, 29.8.1965
Greonterp, Friesland, 29.8.1965